Overslaan naar inhoud

LinkedIn vs. Meta vs. Google: waar start je met je eerste euro?

LinkedIn is duurder, maar slimmer. Ontdek waarom het hét platform blijft om B2B-content te pushen. En wanneer Meta of Google beter werken.
30 oktober 2025 in
LinkedIn vs. Meta vs. Google: waar start je met je eerste euro?
Epic Frame BV, Brecht Wouters

Er is een hardnekkige vraag die elk marketingteam vroeg of laat te lijf gaat: als je actief budget inzet om bereik en resultaat te kopen, welk platform verdient dan je eerste euro? In het B2B-universum is het antwoord zelden sexy, maar meestal helder: LinkedIn. Het platform is duurder per klik, maar levert scherper, voorspelbaarder en optimaliseerbaarder verkeer — vooral wanneer je doelgroep professioneel gedefinieerd is. Of, zoals in het gesprek zelf werd gezegd: LinkedIn voelt als “de Mac van pushed content”: duur, maar stukken gebruiksvriendelijker, met minder frictie en meer controle over wie je bereikt.

Laten we dat ontrafelen. Niet als fanboy-verhaal, maar als werkhypothese die we toetsen aan data, wetgeving en het steeds veranderende gedrag van de advertentieplatformen.

1) Targeting: precisie waarvoor B2B wél wil betalen

In B2B is “wie” bijna altijd belangrijker dan “hoeveel”. LinkedIn laat je targeten op functie, senioriteit, sector, bedrijfsnaam en zelfs skills. Combineer dat met persona-werk en je vertaalt strategische segmentatie bijna één-op-één naar advertentiedoelgroepen. In de praktijk betekent dat: minder ruis, minder “fingers crossed”, meer zekerheid dat je advertentie verschijnt bij rollen die ook effectief beslissen of beïnvloeden. Dat gevoel “ik zit goed” werd in het gesprek expliciet benoemd — en dat is niet triviaal; het scheelt weken aan iteratie en vergroot je leercurve per euro.

Ter referentie: benchmarks tonen al jaren dat LinkedIn-CPC’s hoger liggen dan bij Meta. Recente gidsen voor 2024–2025 schetsen vaak bandbreedtes van grofweg €3–€10+ per klik afhankelijk van industrie en creatief; CTR’s rond ~0,5% gelden als “oké” en hoger is sterk. Dat klinkt duur? Zeker. Maar wanneer de doelgroep smal is en de dealwaarde hoog, is CPC minder relevant dan kwalificatie en conversie-diepte. adbacklog.com+2Tamarind's B2B House+2


2) Feedback-lus: welke bedrijven zagen je ads (en wat doen ze)?

LinkedIn blinkt uit in transparantie op organisatieniveau. Je ziet welke bedrijven je advertenties zagen en welke jobtitels interacteren. Die terugkoppeling versnelt je optimalisatie: je ontdekt dat “plant managers” of “procurement” beter converteren, en herijkt je audience en creatief. In het gesprek: precies dat — “ge krijgt er ook heel veel data terug uit,” inclusief senioriteit en ervaring. Dat is goud voor iteratiecycli en voor sales-alignment.

Die granulariteit staat onder druk in Europa. Na klachten over het gebruik van potentieel gevoelige gegevens (bv. via LinkedIn-groepen) beperkte LinkedIn in 2024 de mogelijkheid om audiences te bouwen op basis van bepaalde signalen, om te voldoen aan EU-regels (GDPR/DSA). De kern: minder risico op indirecte targeting van “speciale categorieën” persoonsgegevens. Gevolg: marketeers moeten iets creatiever segmenteren, maar de professionele targeting blijft uitzonderlijk krachtig. Reuters+2TechCrunch+2

3) Controle vs. automatisering: LinkedIn remt minder, Meta en Google duwen harder

Een frustratie die elk performance-team voelt: je wil sturen, het platform wil automatiseren. In Meta en Google is die slinger ver doorgeslagen. Meta’s Advantage+ en “AI-gedreven” bundles verminderen stap voor stap manuele instellingen; Google pusht auto-apply recommendations (gelukkig opt-in, maar vaak “aan” gezet door onoplettendheid). De trend: minder knoppen, meer black box. Beyond Goat+3Search Engine Land+3EMARKETER+3

In het gesprek klonk het zo: “Bij Meta ge voelt soms dat ge tegen het platform moet vechten… Google Ads ook, neiging om veel controle af te pakken.” LinkedIn werkt eerder “met” je aanpak, zeker in B2B-contexten waar traditionele doelgroepvelden veel betekenen. Dat verklaart waarom teams het platform als “handelbaarder” ervaren, zelfs met hogere klikprijzen.

4) De case study die iedereen onthoudt: €1,49 per lead (en waarom je dat niet moet verwachten)

Het gesprek haalt een mini-legende aan: Conversation Ads die leads opleverden aan €1,49. Belachelijk goed. Maar ook: klein publiek, hyper-relevant aanbod (brand guide voor projectontwikkelaars), en een format dat intussen in de EU werd teruggeschroefd/gewijzigd en later verder afgebouwd. Verwacht dit dus niet als norm: het is een historische outlier die vooral aantoont wat er mogelijk is met laser-niche + juist format + timing.

Regulatoir kader speelde mee. Europa legde LinkedIn in 2024/2025 stevig op de rooster en de Ierse DPC legde zelfs een boete op voor advertentie-gerelateerd datagebruik — los van Conversation Ads laat dat zien hoe privacyregels features verschuiven. Houd dus rekening met veranderende formats en datavelden; wat vandaag mag, kan morgen anders zijn. Reuters+2AP News+2

5) Wanneer LinkedIn niet je eerste keuze is

  • Lage intentie, lage dealwaarde, breed publiek: Meta wint vaak op schaal en CPM. Als je top-funnel video-views wil “kopen” in bulk, is Meta’s prijs/volume-mix bijna niet te kloppen. Nadeel: minder controle, meer afhankelijk van de automation-goden. Search Engine Land+1
  • Hoge intentie op zoektermen: Google (Search/YouTube) is koning zodra er duidelijke zoekvraag is. Maar let op auto-apply en “smart defaults” die marge kosten. Google Support+1
  • Niche waar professionals níet op LinkedIn leven: sommige beroepen zitten sterker op Facebook-groepen, Reddit of gespecialiseerde fora. Daar loont community-werk + creatief distributieplan vaak meer dan pure ads.
  • Juridisch/ethisch gevoelig segment: in de EU verandert targeting sneller. Check legal basis (consent vs. legitimate interest) en documenteer. usercentrics.com+1

6) Praktisch raamwerk: waar start je met je euro?

Stap 1 — Waarde per deal en beslissers.

Is je gemiddelde klantwaarde hoog en is er een herkenbare beslissersgroep (functie/senioriteit)? Start op LinkedIn met small-bet testen: 2–3 audiences, 2–3 creatieve hypotheses, 2 biedstrategieën.

Stap 2 — Intent en timing.

Is er al zoekintentie? Claim de “inevitable clicks” met Google Search op merk/ongemerkt + retarget met LinkedIn om DMU’s (Decision Making Units) te voeden.

Stap 3 — Creatieve dyade.

  • LinkedIn: thought-leadership snippets, case-driven carrousels, korte explainers met concrete uitkomsten (“Hoe X 18% OEE won”).
  • Meta: snelle, emotioneel geladen video’s voor bereik en pixelopbouw.
  • YouTube: mid-funnel video’s die problemen uitpakken in 60–120 sec (pre-rolls met probleem→belofte→bewijs).

Stap 4 — Meetlat die geen illusies toelaat.

Rapporteer niet in vanity metrics. Gebruik: CPL(-kwaliteit), demo-rate, opportunity-rate en pipeline-toewijzing. LinkedIn’s company/job-title feedback voedt sales-outreach.

Stap 5 — Juridische sanity check (EU).

Check of je audiences en tracking aan GDPR/DSA voldoen; beperk reliance op gevoelige signalen en documenteer je legal basis. Reuters

7) Creatief dat wél werkt op LinkedIn

  • Hyper-specifiek magnet-aanbod: geen “whitepaper”; wel “Brand-trends 2026 voor Belgische projectontwikkelaars” — exact zoals in de case uit het gesprek: niche + pijnpunt = hoge relevantie.
  • Bewijs-dichtheid: namen van klanten (met toestemming), KPI-snippets, korte videoquotes.
  • DMU-opbouw: varianten voor CEO, Operations, Procurement. Zelfde kernbelofte, andere invalshoek.
  • Sequencing: 1) probleem-ad, 2) bewijs-ad, 3) offer-ad. Hou frequentie in toom: liever 2–3 sterke creatieven dan 10 varianten die elkaar kannibaliseren.

8) De bottom line

  • LinkedIn is het beste startpunt voor B2B-push wanneer precisie, DMU-relevantie en sales-feedback tellen.
  • Meta is je bereik-kanon en je “creatief laboratorium” voor emotionele hooks — aanvaarden dat je minder knoppen hebt. Search Engine Land+1
  • Google/YouTube vangt de intentie en moet parallel meedraaien zodra er zoekvraag of category demand bestaat, maar vereist oplettendheid tegen over-automatisering. Google Support+1

De wereld van ads wordt ieder jaar iets meer algoritme dan stuurknop. In dat landschap blijft LinkedIn, zeker in Europa, ondanks regels, de plek waar je de juiste professional relatief voorspelbaar kunt raken en leren wat werkt. Dat is waarom het, ja, voelt als “de Mac”: duurder, maar je kúnt ermee werken.

Wil je het volledige gesprek tussen Bjorn en Brecht bekijken? Klik dan op onderstaande video!


Kernbronnen